Bedankt Rotterdam!

9 april 2018

1Het zonnetje nestelt zich twijfelend achter het wolkendek boven de Maasstad. Vanaf het station ademt het centrum uit al haar poriën de loopsfeer uit. Duizenden lopers. Op weg naar de verschillende kleedruimtes in de stad. Naar de Westblaak voor de start van de ¼-marathon. Voor mij is er de luxe dat ik mij te midden van de internationale subtop de voeten het allerbeste kan wensen. Voordat ze de komende uren in mijn schoenen zichzelf zullen pijnigen. Een Belgisch loopwonder naast me verzekert dat hij het dit keer echt rustig aan gaat doen. Met een heerlijk Vlaams accent meldt hij dat ‘de tevredenheid heerst bij een tijd onder de 2.30 uur’. Wat ik voor doel heb? Ik murmel dat ik enigszins per toeval tussen deze cracks ben beland. Ik ga het allemaal wel zien. En eigenlijk zeg ik daar niets behalve de waarheid. 

Het gesprek eindigt abrupt. Een van de begeleiders verkondigt luidkeels dat we over 5 minuten naar het startvak afreizen. Nee toch. Dit betekent het spreekwoordelijk door de plee spoelen van mijn met veel zorg geplande toiletritueel. Onder het mom ‘laat de boel de boel, een beetje aandacht voor jezelf’ staat een rustig bezoek aan het kleinste kamertje steevast bovenaan mijn checklist. Geen stress. Aangezien ik bijna iedere straatsteen in het Wallahallah aan de Maas ken, besluit ik het voorste startvak zelf te gaan zoeken.

Tien minuten voor Abouteleb het kanonschot laat klinken, sta ik daar. Onderaan die geweldige Erasmusbrug. Leen wenst vanuit zijn vertrouwde hoogwerker de lopers met zijn lijflied alle succes. Duizenden toeschouwers hebben hun positie op de brug boven de Maas ingenomen. Heel even gaan de ogen dicht. Beseffend dat het toch iedere keer weer zo bijzonder is om hier te mogen staan. Je ding te gaan doen. Door alle uithoeken van de stad. De dampen van smeersels en de laatste darmstoornissen stijgen op om mij heen. Een paar seconden later is het zover. Chaotisch, duwend, trekkend, soms vallend komt de enorme lopersmassa op gang.

6Ik heb me zo voorgenomen te genieten van iedere minuut. Van al die waanzinnige toeschouwers. Benieuwd of het lichaam het houdt. En vooral niet te forcerend aan de slag. Over een kleine zes weken staat er immers nog een klein loopklusje in Kenia te wachten. Een vlak, maar niet te snel tempo, zorgt ervoor dat ik in een heerlijk ritme beland. Bewust zoek ik het contact met het publiek. High-fives met zoveel kids. Genietend van al die mensen die je naam scanderen. Bekenden, mar ook zoveel onbekenden. Meedoen op de muziek van alle bandjes langs de kant. En soms met een eerste pijnscheut in de heup, gewoon maar doorgaan.

Gedachten gaan vooruit naar de Blaak. Daar zullen Moos en Abel staan, samen met mama. Minimaal 20 keer had ik Moos gisteren uit moeten leggen dat het weggaan op een bepaald schema, geen enkele garantie biedt voor een tussentijd. Eigenlijk boeit Moos het eigenlijk alleen maar welke eindtijd ik zou klokken. Als een maarschalk had hij strategisch zijn voorspellingen voor de appeltaart-challenge bepaald. Als ik na de bocht onder de kubuswoningen de mannen zie staan, weet ik ook zeker dat hij dit als eerste zal zeggen. En hij stelt me zeker niet teleur. Hoewel het tempo nog goed zit, merk ik dat de verstijving snel toeneemt. De pijnscheuten in heup en rug steeds heviger en frequenter.

5Even overweeg ik de Hel van Kralingen maar even te laten voor wat het is. Snel besluit ik deze editie letterlijk en figuurlijk als warming-up voor Kenia te zien. De zon is intussen in alle volledigheid aan de lucht verschenen. Bovendien is het niet verkeerd het lichaam te laten wennen aan zo’n vier uur intensieve inspanning. En dus gaat de tocht voort. Van de Mariniersweg op weg naar de Crooswijksesingel. Even nog swingen op de waanzinnige beats van de dj. Daarna de bijna serene rust van de achterkant van het Kralingse Bos. Zoals vrijwel iedere editie begint hier het werken en het vreselijke afzien. De pijn wordt te hevig om alleen maar hard te lopen. Ik besluit van tactiek te veranderen.

De interval moet het gaan worden. Binnen een afstand van 1 kilometer telkens minimaal 500 meter hardlopend afleggen. De andere meters moeten me het nodige herstel bieden om dit ritme op deze manier vast te houden. En vooral de afleiding proberen te zoeken bij het contact met de toeschouwers. Nadat ik ook bij het passeren van het videoscherm nog een waanzinnig leuke aanmoediging meekrijg, barst het feest vanaf kilometer 37 in alle hevigheid los. Wat een waanzinnige massa. Ieder jaar wordt het steeds meer een waar volksfeest. Talloze kinderen bieden je van alles aan. En ook de die-hard Rotterdammert schenkt je met alle liefde zijn laatste pijpje bier.

En dat alles alleen maar om iedereen die Coolsingel op te duwen. Nog 1 keer voor mijn gevoel half strompelend door Crooswijk. Een klein meisje vergezelt me met haar vader zo’n 50 meter. ‘Doe het gvd Maurice’ gilt hij me na. Net na het 40 kilometerpunt zie ik een ooghoek mijn tante en oom nog roepen. Het zeer licht oplopende wegdek van de Mariniersweg voelt aan als het bedwingen van een Alpenreus. Mijn ouders vragen net voordat ik de Blaak aandoe, of het nog gaat. Antwoorden lukt bijna niet meer. De menigte stuwt me voort. In de verte zie ik het Maritiem Museum. De bocht om en nog 500 meter scheiden me van die verlossende eindstreep.

De hevige pijn maakt plaats voor een licht euforisch gevoel. Ik bedank het publiek. In de verte herken ik Moos zijn witte trainingsjack. Mijn armen krijg ik nog één keer tot zwaaistand. De finishboog kruipt dichter en dichterbij. Moos gilt of hij toch die appeltaart krijgt. Natuurlijk jongen. En dan is hij er weer. Die zo gewenste eindstreep. Mijn marathonheld Gerard staat me direct op te wachten met een flesje water. Direct gaan de gedachten richting Kenia. Samen met hem en een kleine dertig andere loopkanjers gaan we het avontuur binnenkort aan. Met het passeren van de eindstreep, staat nu direct het herstel voorop.

Strompelend werk ik de medaillezone af. Met een grote boog terug over het Hofplein. De fontein lonkt. Maar ik ben bang dat een sprong in het water mij door alle kramp en pijn letterlijk de verdrinkingsdood zal opleveren. Met een omweg sleur ik mij de trappen van het Beursgebouw op. Op een aantal masseurs na is de kleedruimte troosteloos verlaten. Langzaam voel ik iets van kracht terugkomen in mijn lichaam en kan ik de pijn een beetje negeren. Een eerste plan-de-la-campagne voor de komende week vormt zich. Rust, herstel, rust, herstel. Het aftellen naar Kenia gaat beginnen. Zal ik hem lopen? Natuurlijk, nee zeggen is geen optie…

Foto’s

6 Reacties

  1. Dennis:
    9 april 2018
    Hi Maurice, klasse dat je ,m weer hebt uitgelopen. Bij de 2de passage van de kubus woningen had je het zwaar, maar op wilskracht heb je het laatste stuk toch nog vrij snel afgerond. Herstel goed en veel succes binnenkort in Kenia
  2. Maurice Dijkshoorn:
    9 april 2018
    Ha Dennis,
    Goed gezien haha. Dank voor alle steun. En nu op naar Kenia!
  3. Gerard:
    9 april 2018
    Komt goed! Als je dit hebt kunnen overwinnen, gaat Kenia ook lukken! You never walk alone !!
  4. Hardloperszijnoké:
    10 april 2018
    Diep, diep, diep respect voor jou Maup! Succes in Kenia - en vergeet ook daar niet te genieten want waar de Coolsingel volgend jaar weer op je wacht is dat bij de Keniaanse vlakten niet zo vanzelfsprekend. Misschien maar goed ook :)
  5. Ingrid:
    10 april 2018
    Mooi verslag! Een topdag zo te lezen (beetje zwaar, maar ach, je moet er wat voor over hebben). Alle vertrouwen in Kenia!
  6. Irene:
    11 april 2018
    Mooi weergegeven Maurice! En top gedaan! Goed herstel gewenst!!!!